In Zacharia 1 gaat het over verschillen tussen generaties. Zulke verschillen zijn er ook in onze tijd, bijvoorbeeld in het klimaatdebat. Een tijdje geleden was de 15-jarige klimaatactiviste Greta Thunberg in het nieuws vanwege haar emotionele speeches over milieurampen. Ze wilde samen met andere jongeren een statement maken door niet naar school te gaan. Ze hield zelf een tijd lang elke vrijdag geweldloos protest. Het meisje noemde de volwassenen van nu niet volwassen genoeg, omdat ze de problemen niet durven te benoemen. Het gaat altijd maar over economische groei, in plaats van de erkenning van de milieuproblemen. De hele organisatie die hierbij hoort, wil laten zien dat de generatie van Greta het anders wil doen dan de vorige. In het één na laatste Bijbelboek van het Oude Testament, Zacharia, worden de huidige generatie en de eerdere generaties ook tegenover elkaar gezet. Zacharia hoopt dat de nieuwe generatie radicaal andere keuzes gaat maken. De houding van de vorige generaties was: als God iets zegt, moet je dat met een korreltje zout nemen. Als Hij ergens mee dreigt, gebeurt het meestal toch niet. Zacharia legt uit waarom dat niet klopt. Hij zegt: “Kijk maar naar de ballingschap. De valse profeten zeiden dat dat allemaal wel zou loslopen, maar het is toch een feit geworden.”
De profeet Zacharia is vooral bekend door zijn zogeheten ‘nachtvisioenen’ en de vele dingen die hij over de Messias profeteerde. Zacharia was een tijdgenoot van Haggaï. Ze profeteerden in het tweede jaar van de Perzische koning Darius. De profetieën van Haggaï zijn in een periode van enkele maanden uitgesproken. Het eerste deel van Zacharia, de nachtvisioenen, is in een periode van twee jaar uitgesproken. Van het tweede deel is het tijdvak niet duidelijk te bepalen. Beiden profeteren in een tijd dat de herbouw van de tempel stil ligt. De inhoud van beide profeten komt daarom deels overeen. Het kenmerkende van Zacharia is zijn eigen stijl. Waar Haggaï het heel concreet over de herbouw van de tempel heeft, spreekt Zacharia in beelden, die om meer uitleg vragen.
In vers 1 staat dat Zacharia de zoon was van Berechja, die weer de zoon was van Iddo. Dezelfde Zacharia zou ook genoemd kunnen zijn in Nehemia, in het register van priesters en levieten, waar het gaat over Zacharia, de zoon van Iddo. Hij wordt daar het familiehoofd genoemd. De naam van Berechja komt niet in Nehemia voor, maar het gebeurt vaker dat een generatie wordt overgeslagen. Het onzekere zit hierin, dat Zacharia een veelvoorkomende naam is, zeker onder priesters en levieten: alleen in het Oude Testament worden er al 31 genoemd. Dat Zacharia een priester was, past wel bij inhoud van het Bijbelboek, omdat het nadrukkelijk gaat over de tempel en het priesterschap.
Regelmatig staat in de Bijbel dat hele generaties niet naar God luisteren, door de hele geschiedenis van Israël heen: vanaf de begintijd in de woestijn tot in de tijd van Zacharia. Er is een kleine trouwe groep, maar de meerderheid gaat zijn eigen gang. Terwijl zij het uitgekozen volk van God zijn. In onze tijd sluiten veel kerken hun deuren en worden kerken gesloopt. In een paar generaties kan een kerk leeglopen en verdwijnen. Gods volk houdt niet op te bestaan, omdat God hen niet uit Zijn hand laat vallen. Gods boodschap is: kom terug naar Mij. Dat is het eerste wat Hij zegt. “Kom naar Mij.” Daarna gaat het over regels en geboden. Eerst gaat het om de relatie, geen zakelijke, maar een hartelijke. God wil persoonlijk contact en verlangt ernaar dat de relatie weer hersteld wordt. Als het volk weer terugkomt, zal God ook naar hen teruggaan, vers 3. Zoals de Vader in de gelijkenis van de verloren zoon ook naar de zoon toe gaat, als hij hem naar huis terug ziet komen.
In ons hoofdstuk vinden we de eerste twee van de acht nachtvisioenen. Het zijn geen dromen, want de profeet is wakker. In het visioen wordt een bepaald beeld geschetst, vervolgens vraagt de profeet om uitleg en daarna krijgt hij het antwoord.
In het eerste visioen gaat het over een Man, dat is de Engel van de Heere, Christus Zelf. De Man zit op een rood paard en er zijn andere gekleurde paarden, die staan voor de verschillende windrichtingen. De Man, vers 8, staat tussen de myrthen in de diepte. De myrthetakken werden gebruikt voor de geïmproviseerde huisjes tijdens het Loofhuttenfeest, verder heeft het geen bijzondere betekenis. Met de diepte wordt waarschijnlijk het laagste punt van het Kidrondal bedoeld, dat tegenover Jeruzalem ligt. Hiermee wordt aangegeven dat Hij Jeruzalem benadert, maar er niet binnengaat, omdat de tempel niet herbouwd is. De paarden met hun ruiters zijn het land door gegaan en hebben geconstateerd dat het er stil is, te stil, want de tempel wordt niet herbouwd. Het antwoord van God is opbeurend: hoewel er gelatenheid is bij het volk is er grote inzet bij God.
Het volk krijgt hulp van buitenaf: God Zelf gaat Zich ermee bezighouden. Als het gaat om ontwikkelingshulp denken veel mensen dat bijvoorbeeld Westerse hulp aan Afrikaanse landen weinig zin heeft. Hydrogeoloog Anton Rijsdijk is bij veel projecten rond watervoorziening in Afrika betrokken geweest. Hij dacht eerst ook dat hulp van buitenaf niet zo effectief is, maar ging daar positiever over denken. Sommige regeringen zoals van Kenia en Oeganda nemen adviezen ter harte en zetten echt wat op. Het bijzondere van de hulp van God is dat Hij mensen van binnenuit verandert. Hij geeft iemand als Zerubbabel, de landvoogd, nieuwe moed en nieuwe visie. Ze krijgen een innerlijke kracht waardoor ze niet meteen opgeven.
Het visioen gaat ook over de andere volken. Van de heidenen wordt gezegd dat zij ‘zelfgenoegzaam’ of ‘gerust’ zijn. Ze zijn tevreden met hun leven en hebben God niet nodig. Ze zijn tevreden en tegelijk niet onschuldig, want ze hebben het Gods volk lastig gemaakt. Concreet gaat het om de Assyriërs, Babyloniërs en Edomieten. Het tweede visioen gaat hierop door. In sommige vertalingen staat het tweede visioen in hoofdstuk 2. Israël is door vier horens weggejaagd, het land uit. Horens, zoals de horens van een stier, staan voor onoverwinnelijke kracht. Horens werden gebruikt om een overwinning te illustreren. Het positieve van het visioen is dat er ook vier smeden zijn, die de horens als een echte vakman kunnen bewerken. Babylonië dat zichzelf afbeeldde als vier horens, werd door de Perzen, de vier smeden, verslagen. De boodschap is: De vijanden van Gods volk en van de gelovigen en daarmee van God Zelf kunnen onverwinnelijk overkomen, maar hun kracht is toch beperkt. Het heeft dus zin om weerstand te bieden tegen het kwaad, want er komt een einde aan.