2 Samuel 12:23 “Maar nu is hij gestorven, waarom zou ik gaan vasten? Kan ik hem terugbrengen? Ik zal naar hem toegaan, maar hij komt niet terug naar mij.”
Koning David ziet dat het een hopeloze zaak is. Zijn zoon is gestorven, omdat hij Batseba van Uria heeft afgepakt door Uria te laten vermoorden. Het heeft geen zin meer om te bidden en vasten, omdat de dood hier definitief is.
2 Kronieken 20:3 Josafat werd bang en zocht de Heere ernstig en hij riep voor heel Juda een vasten uit.
Koning Josafat krijgt slecht nieuws: de inwoners van de omliggende gebieden (Moabieten, Ammonieten en een deel van de Meünieten) belegeren Israël. Hij wordt bang, zoekt de Heere en roept een vasten uit.
Ezra 8:21 Daar, bij de rivier Ahava, riep ik een vasten uit, zodat wij onszelf voor God zouden verootmoedigen en Hem vragen om een veilige reis voor ons en onze kinderen en bezittingen.
Ezra, de schriftgeleerde, gaat met een deel van de joden terug vanuit Babel naar Israël. Na een tijd van ballingschap kunnen ze terug naar hun eigen land. Het is een reis met veel gevaren. Ezra vraagt God om een voorspoedige reis en benadrukt dat door te vasten. Hij vast niet alleen om iets van God te krijgen, maar ook om zich te verootmoedigen. Daarmee geeft hij uiting aan zijn afhankelijkheid.
Esther 4:3 In elke provincie waar het edict en bevel van de koning was uitgevaardigd was er een diepe rouw onder de joden met vasten, wenen en geweeklaag. Velen lagen in zak en as.
Haman, een belangrijk persoon in het Perzische Rijk, zorgt ervoor dat er een dag komt waarop er op de joden wraak genomen zal worden. De joden schrikken enorm van het bericht en vasten als uiting van rouw.
Esther 4:16 Ga en verzamel alle joden die in Susan zijn en vast voor mij. Eet en drink drie dagen niet voor mij, dag en nacht. Ik en mijn dienaressen zullen ook vasten.
Koning Esther gaat naar de Perzische koning om hem een gunst te vragen. Ze doet dit met gevaar voor eigen leven, omdat ze door de koning kan worden afgewezen. Ze vraagt steun van het volk door voor haar te vasten, zodat ze genade zal vinden in de ogen van de koning.
Psalm 35:13 Toen zij ziek waren, verootmoedigde ik mij in zak en as en vasten, maar mijn gebeden bleven onbeantwoord.
Psalm 109:24 Mijn knieën zijn verzwakt door het vasten en mijn lichaam is vermagerd: er zit geen vet meer aan.
David wordt bedreigd door vijanden. Ze willen hem zonder oorzaak doden. David is radeloos en roept God aan, omdat hij wil dat God ingrijpt.
Jeremia 14:12 Ook al vasten zij, ik zal niet luisteren naar hun geween en ook brengen zij brandoffers en graanoffers, ik zal deze niet accepteren. Maar ik zal ze vernietigen met het zwaard, honger en ziekten.
Jeremia moet namens God het volk aanklagen. Het volk heeft systematisch Gods wet en waarschuwingen genegeerd. God heeft besloten het volk te straffen en het volk hoeft niet meer te bidden en smeken, want God wil niet meer luisteren.
Daniël 6:19b Hij (de koning) bracht de nacht vastend door.
Koning Darius is door een paar mannen misleid om een wet te maken, waarin staat dat niemand een ander mag aanbidden behalve de koning. De mannen willen dat Daniel, die tot de God van Israël bidt, gestraft wordt. Hun plan lijkt te lukken, want Daniel wordt gevangen genomen, omdat hij blijft bidden tot God. De koning beseft dat hij bedrogen is en is in rouw omdat Daniel in een leeuwenkuil geworpen is.
Daniël 9:3 En ik zocht de Heere mijn God ernstig in gebed en smeekbeden met vasten en in zak en as.
Daniel heeft ontdekt dat God het volk na zeventig jaar ballingschap weer terug wil brengen in het eigen land. Hij doet schuldbelijdenis voor zichzelf en het volk en vraagt of zij terug mogen.
Jona 3:5 De mensen in Nineve gingen in God geloven en riepen een vasten uit en deden rouwgewaden aan van de grootste tot de kleinste onder hen.
Jona heeft Gods oordeel over de stad Ninevé aangekondigd: de stad zal worden omgekeerd. De mensen schrikken van de boodschap en beseffen hoe slecht ze geleefd hebben en dat het oordeel terecht is. Ze hopen dat God het oordeel niet uitvoert.
Mattheüs 17:21 Maar dit soort (de demonen) gaat niet weg behalve door bidden en vasten.
Het lukt de leerlingen van Jezus niet om een jongen te genezen. De vader vraagt aan Jezus waarom dat niet lukt. Jezus legt uit dat de boze niet zomaar weggaat, maar alleen door bidden en vasten. Het vasten maakt het gebed sterker.
Handelingen 14:23 En toen ze voor elke gemeente door handopsteking ouderlingen hadden aangewezen, weidden ze hun toe, met gebed en vasten, aan de Heere, in Wie zij geloofden.
Paulus en Barnabas stichten gemeenten in Lystre , Ikonium en Antiochië. Ze moeten de mensen in korte tijd veel leren. Als Paulus en Barnabas weg zijn, zullen er ongetwijfeld lastige situaties in de gemeente komen. Er worden ouderlingen aangesteld en er wordt intensief gebeden en gevast.