De missionaire kerk

Vier vormen van de missionaire kerk


Met ‘missionair’ worden tegenwoordig verschillende dingen bedoeld. Keller noemt de vier ‘stromingen’ binnen het missionaire denken (Hij baseert zich op het werk van Craig van Gelder en Dwight Zscheile). (1)


1. Missionair zijn is evangeliseren. De traditionele opvatting van zending waarbij elke christen een zendeling is, gericht op de redding van mensen. Verschillende manieren om de wijk te dienen maken hierbij deel uit van de zendingsgedachte. Het doel is dat zo veel mogelijk mensen van buitenaf mee gaan doen met de kerk.

2. Missionair zijn is incarnationeel zijn. Bij het ‘incarnatie’-model wonen christenen dicht bij elkaar en vormen een hechte gemeenschap. Van daaruit zetten zij zich in voor het leven in de buurt of stad. Dit begint niet met een voorganger met een volledige baan of een kerngroep en kerkdienst, maar met een aantal christelijk gezinnen die naar een bepaalde buurt verhuizen om daar zich in te zetten voor de buurt. Zo ontdekken ze wat mensen nodig hebben en spelen daar op in.

3. Missionair werk is contextgebonden. Deze stroming legt net als de vorige de nadruk op inventiviteit in de evangeliserende en incarnationele aanpak. Hier komt de overtuiging bij dat je de christelijke gemeenschap kunt versterken en de gemeenschap waar je woont kan dienen, waarbij de christelijke gemeenschap toch een subcultuur blijft.

4. Missionair zijn is zoeken naar wederkerigheid en gemeenschappelijkheid. Deze stroming is er niet op gericht om als kerk mensen naar de kerk te trekken, maar de kerk moet reageren op wat God in de wereld doet. De kerk zegt dus niet wat de wereld moet doen, maar luistert wat God doet om daar op in te haken. Begrippen als zonde en zending krijgen een meer horizontale betekenis. De allereerste focus is niet om mensen te redden, maar op te nemen in de gemeenschap.


Wat de tweede, derde en vierde stroming gemeenschappelijk hebben, is dat zij stellen dat de kerk gevangen zit in de cultuur, vooral door individualisme en rationalisme, en dat het evangelie gecontextualiseerd moet worden om het evangelie begrijpelijk te maken aan mensen in onze postmoderne maatschappij. (2) In een missionaire kerk worden gemeenteleden toegerust om te kunnen onderscheiden welke cultuuruitingen de algemene genade weerspiegelen en welke schadelijk zijn en welke uitingen aangepast kunnen worden.
Keller ziet voor alle vier de modellen mogelijkheden. (3) Hij stelt dat missionair zijn veel meer is dan evangeliseren. Hij heeft er dan ook moeite mee als mensen vastzitten aan een traditionele vorm van kerkzijn of juist een vernieuwende vorm, zoals een kleine huiskerk. Verder gebruiken de stromingen het woord ‘evangelie’ op een verschillende, en soms te beperkte manier. Het evangelie moet niet beperkt worden tot vergeving van het overtreden van regels of de komst van het Koninkrijk, maar kan ook vorm krijgen via sociale en maatschappelijke hulpverlening.




Deze tekst is gebaseerd op het boek: Tim Keller. Centrum Kerk: Het evangelie midden in je stad. Franeker: Van Wijnen, 2014. 1. pag. 229-231. 2. pag. 231-232. 3. pag. 237-239.

Share by: