Rika ten Voorde beschrijft in Opwekking en gebed
dat het gebed volgens Jonathan Edwards nog belangrijker is dan preken of schrijven, omdat een preek of tekst zonder de Heilige Geest krachteloos is. (68-73) Hij riep de mensen op tot gebed en vasten. Vooral het gezamenlijk gebed is een krachtig middel om de Geest te ontvangen. Hij wijst erop dat het Loofhuttenfeest, een vreugdevol feest, volgt op Grote Verzoendag, een dag van berouw en vasten. In een tijd van opwekkingen krijgen mensen een diepe indruk van Gods heiligheid en hun eigen slechtheid. Er komt angst voor Gods oordeel, maar ook een diepe liefde bij het zien op Jezus. In zijn boek An humble attempt
geeft hij duidelijk zijn visie op de rol van het gebed. Het gaat over een gedeelte uit Zacharia 8, waar het gaat over mensen uit de volken die samenkomen om God te zoeken in gebed. Volgens Edwards zal de vervulling van deze woorden in de laatste dagen gebeuren. Edwards ziet met name in het Oude Testament aanwijzingen dat de Geest dan overvloedig zal komen. In die tijd zal de grootste uitbreiding van de kerk plaatsvinden. De mensen die God zullen zoeken zullen Gods zegen en de gemeenschap met God ontvangen. Het gebed van degenen die samenkomen moet aanhoudend zijn en intensief. Het gezamenlijk gebed is een uiting van de eenheid van de kerk. De organisatie van bijeenkomsten is nodig, maar moet niet dwangmatig zijn.