Genesis 24:63a Izak ging naar buiten naar het veld om te bidden/ mediteren
De aartsvader Abraham heeft zijn knecht de opdracht gegeven om in Haran een vrouw voor Izak te zoeken, omdat in het land Kanaän alleen heidense vrouwen zijn. De knecht vindt Rebekka voor Izak en gaat terug naar huis. Voordat hij thuiskomt, staat er over Izak geschreven dat hij in het veld is om te bidden. Het woord voor ‘bidden’ kan ook betekenen ‘mediteren’. Gebed en meditatie liggen dicht bij elkaar. Gebed is normaal gesproken concreet en direct, maar om te weten wat je moet bidden, is er soms meer tijd en meditatie nodig. Izak zoekt de eenzaamheid op om tot God te kunnen bidden. Zo wordt hij niet afgeleid door andere mensen of dingen die hij moet doen. Misschien is hij in gebed om een vrouw. In de rust kan hij God zijn vragen stellen en ontdekken wat God in zijn leven wil doen.
Exodus 3:1 Mozes weidde de kudde van Jetro, zijn schoonvader, priester in Midian en hij leidde de kudde ver de woestijn in en kwam bij de Horeb, de berg van God.
Van Mozes staat in de Hebreeënbrief geschreven dat hij door het geloof weigert een zoon van de dochter van de farao genoemd te worden. Mozes komt uit het volk Israël, uit de stam Levi, maar groeit op aan het hof van de farao, omdat de dochter van de farao hem geadopteerd had. Als hij volwassen is, bezoekt hij zijn volksgenoten en bekommert zich om hen. Dit kost hem zijn bevoorrechte positie en hij moet naar de woestijn vluchten. Hij gaat bij de Midianieten wonen en trouwt met Zippora, de dochter van Jethro. Veertig jaar hoedt hij de schapen van zijn schoonvader. Het zal een verwarrende tijd voor Mozes geweest zijn en hij zal veel hebben gedacht aan zijn volk. God vergeet hem niet, maar bereidt hem voor om het volk te verlossen uit Egypte.
1 Samuel 16:11 Toen vroeg Samuel aan Isaï: “Zijn dit al de zonen die u heeft?” “Er is nog een jongste”, antwoordde Isaï, “hij weidt de schapen”. “Laat hem halen”, want wij gaan niet zitten, voordat hij hier gekomen is.
David telt in zijn jeugd nog niet mee. Dat blijkt als Isaï zijn zonen laat halen als er een nieuwe koning moet worden aangesteld en hem niet laat komen. David weidt de schapen. In deze tijd wordt hij wel volwassen en dapper. Later is hij niet bang in de strijd, omdat hij als herder heeft leren vechten. God verkiest David boven zijn oudere broers, omdat David Hem persoonlijk kent. Ook in zijn verdere leven zoekt David steeds God en overdenkt hij Zijn woorden.
1 Koningen 17: 2, 3 Het Woord van de Heere kwam tot Elia: “Ga hier weg en keer naar het oosten, en verberg u bij de beek Krith, die aan de overkant van de Jordaan is.
De profeten van het Oude Testament hebben vaak een eenzaam bestaan, omdat ze Gods woorden spreken en dat wordt niet altijd gewaardeerd. De profeet Elia heeft een oordeel uitgesproken tegen koning Achab dat het de komende jaren niet zal regenen, totdat hij het zegt. Elia moet zich dan van God verborgen houden bij de beek Krith. Het is een tijd van oordeel voor het volk, maar God geeft Elia wat hij nodig heeft: brood, vlees en water. Elia leeft afgezonderd en laat zich niet beïnvloeden door wat anderen van hem vinden. Hij zal hier over Gods woorden van oordeel hebben nagedacht.
Lukas 6:12 En het gebeurde in die dagen dat Jezus wegging naar de berg om te bidden en Hij bracht de nacht door in gebed tot God.
Meerdere keren staat er in de evangeliën dat Jezus naar de berg gaat om te bidden. In Lukas staat dat hij de nacht doorbrengt in gebed. Jezus weet waarvoor Hij naar de aarde gekomen is, maar Hij is ook mens en denkt vaak na over het plan van Zijn Vader met Zijn leven. Het is moeilijk voor Hem dat de mensen een politieke verlosser in Hem zien en verkeerde verwachtingen van Hem hebben. Hij moet Zich steeds weer bepalen bij Zijn eigenlijke doel, namelijk verzoening brengen voor de mens.
Galaten 1:17b maar ik (Paulus) ging weg naar Arabië
Paulus hoort niet bij de leerlingen van Jezus, maar wordt wel de grootste apostel. Op een bijzondere manier leert hij Jezus Christus kennen. Van een vervolger van de christenen wordt hij een belangrijke evangelist. In zijn jeugd is hij opgegroeid met het Oude Testament en hij gebruikt die kennis om de joden te overtuigen dat Jezus de beloofde Messias is. Voor hij gaat preken leeft hij drie jaar in de anonimiteit. Hij schrijft zelf dat hij door God geroepen is en na zijn bekering sluit hij zich niet direct aan bij de leerlingen van Jezus, maar is hij alleen. Hij gaat ‘niet te rade bij vlees en bloed’, vers 16, maar laat zich in de eenzaamheid door God onderwijzen en voorbereiden.