De Bijbel over missionair werk

De volken komen naar Israël/Jeruzalem


1 Koningen 4:34a En uit alle volken kwamen alle koningen die van zijn wijsheid gehoord hadden, naar de wijsheid van Salomo luisteren.

De wijsheid van Salomo wekt verwondering en nieuwsgierigheid op bij de andere volken. Salomo zoekt de mensen niet op, maar andersom. Het doet denken aan de wijzen uit het Oosten die komen om Jezus te aanbidden. Ze worden aangetrokken door Gods kostbare geschenk. De wijsheid van Salomo was ook zo’n geschenk van God, dat tot zegen was voor Israël. Salomo sprak bij elkaar drieduizend spreuken en duizendvijf liederen. Hij leerde de mensen hoe ze verstandig konden leven en zo heeft Salomo invloed gehad op veel volken rondom Israël.


Haggaï 2:8 Ik zal alle heidenvolken doen beven. Zij komen naar het Verlangen van alle heidenvolken.

Haggaï profeteert dat de heidenvolken zullen beven van angst. Gods machtige daden roepen niet alleen verwondering op, maar ook vrees, want als God tegen iemand is, maakt die persoon geen schijn van kans. Toch is Gods macht niet alleen vreeswekkend, maar ook uitnodigend, omdat Hij voor alle volken barmhartig wil zijn. De heidenen komen dan ook met vrees en verlangen.


Jesaja 25:7 En Hij zal op deze berg (Sion) de sluier wegnemen waarmee het gezicht van alle volken omsluierd is.

God maakt Zichzelf in deze wereld bekend, maar de mensen zien Hem niet door de zonden. God belooft door de mond van Jesaja dat Hij de volken zal laten weten Wie Hij is. In Jesaja staan veel verschillende profetieën over de omringende volken. Het grootste gedeelte is oordeel, omdat de volken zich tegen Israël gekeerd hebben. De volken zullen gestraft worden voor hun vijandschap tegen Zijn volk, maar dat is niet het enige wat er gezegd wordt: ze zullen ook met verlangen naar Jeruzalem, Sion, gaan voor hun verlossing.


God maakt Zich bekend aan de volken


Psalm 98:2 De Heere heeft Zijn redding bekend gemaakt en Zijn gerechtigheid geopenbaard voor de ogen van de heidenvolken.


Psalm 126:2b Toen zij men onder de heidenvolken: De Heere heeft grote dingen bij hen gedaan.

In het Oude Testament staan weinig teksten over evangelisatie zoals we die vanaf het Nieuwe Testament kennen. Enkele uitzonderingen daar gelaten spreken de Israëlieten niet met anderen over Wie God is en hoe zij Hem kunnen kennen. Wel maakt God Zichzelf bekend voor de andere volken door Zijn grote daden bij Israël. In de wereld van het Oude Testament is het gebruikelijk dat ieder volk zijn eigen goden heeft. Als het goed gaat met een volk, komt dat door de goden die zij dienen. Als de volken rond Israël zien dat de Heere Zijn volk helpt, dan erkennen de volken dat Hij een machtig God is. Een duidelijk voorbeeld hiervan is de tocht van Israël onder leiding van Mozes door de woestijn naar Kanaän. De overlevingstocht dwingt respect af onder de volken en de volken worden steeds banger naarmate Israël meer overwinningen behaalt. 
De andere volken zijn getuige van Gods macht en van de verlossing van Israël. Het woord voor redding in Psalm 98 is verwant aan de naam van Jezus. ‘Redding’ zoals we dat in het Oude Testament vinden is nog niets vergeleken bij de redding bij Jezus. Hij alleen kan iemand redden van zijn zonden en van Gods oordeel.
In het Oude Testament speelt evangelisatie nauwelijks een rol. Dat wil niet zeggen dat andere volken niet konden aansluiten bij de God van Israël. Een vreemdeling kon zich laten besnijden en mocht dan meedoen met het Pascha. Uiteraard moest hij zich aan dezelfde wetten als Israël houden.


Alle volken moeten weten Wie God is en Hem loven


Psalm 105:1 Loof de Heere, roep Zijn naam aan, maak Zijn daden bekend onder de volken.

Psalm 105 is een loflied op Gods wonderen en op Zijn verkiezing van Israël. Heel de wereld moet weten hoe groot God is. Het gaat weliswaar over Gods daden onder Zijn uitverkoren volk, maar iedereen wordt uitgenodigd deze God te leren kennen en Hem dus ook te erkennen als de ware God.  


Psalm 108:4 Ik zal U loven onder de volken, Heere; ik zal voor U psalmen zingen onder de natiën.

Wanneer iemand bijzonder goed nieuws heeft, wil deze persoon dat delen met anderen. Als het goed is, zijn de Israëlieten zo vol van Gods machtige daden dat ze dit willen vertellen aan anderen.


Psalm 117:1 Loof de Heere, alle heidenvolken, prijs Hem, alle natiën.

De kortste psalm heeft een opvallende oproep: de heidenvolken moeten de Heere loven. Het woord ‘loven’ komt van halleluja. Loven is hetzelfde als ‘halleluja’ zingen. De naam van het Bijbelboek Psalmen is in het Hebreeuws ‘lofzangen’. De heidenen worden opgeroepen mee te doen met het grootmaken van de God van Israël en de God van hemel en aarde.


De zendingsopdracht


Mattheüs 28: 19 Ga op weg, onderwijs al de volken en doop hen in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest en leer hun alles wat ik u opgedragen heb.

De bekende zendingsopdracht van Jezus staat aan het eind van het Bijbelboek Mattheüs. Jezus ging zelf nauwelijks de landsgrens over, maar Zijn leerlingen kregen de opdracht de wereld over te gaan. Van een aantal leerlingen is bekend uit de geschiedenis dat zij daadwerkelijk veel en verre reizen gemaakt hebben. Anderen hebben door hun onderwijs en verkondiging in hun omgeving ervoor gezorgd dat het evangelie verspreid werd. Het is een zegen voor de kerk geweest dat de wegen in het Romeinse Rijk van die tijd goed waren. De grootste zending van het Nieuwe Testament, Paulus, heeft later persoonlijk de zendingsopdracht van Jezus gekregen.


Handelingen 11:17 
Als God dan aan hen dezelfde gave gegeven heeft als aan ons die in de Heere Jezus Christus geloven, wie zou ik dan zijn om God tegen te houden.

Het was voor Petrus een grote verandering van zijn wereldbeeld, toen hij ontdekte dat de mensen uit de andere volken ook door Christus met God verzoend kunnen worden. Een orthodoxe jood kon zich niet voorstellen dat andere volken bij God zouden horen, omdat zij niet leven volgens Gods wetten. De joden moesten leren dat het onderhouden van al de joodse wetten geen vereiste was om bij Gods volk te horen.

Share by: