Genesis 15:18 Op die dag sloot de Heere een verbond met Abram en Hij zei: Ik geef dit land aan uw nageslacht van de rivier van Egypte tot de grote rivier, de rivier de Eufraat.
God sluit een verbond met Abraham (hier nog Abram). Er worden dieren door midden gesneden en er vormt zich een pad met bloed waar de Heere doorheen gaat. Normaal gingen beide verbondspartners door het pad, maar hier gaat alleen God er doorheen. Hij wil ermee zeggen dat Hij staat voor Zijn Woord en belofte. De vervulling van de belofte hangt niet af van Abrahams trouw, want die komt tekort, zoals we onder andere zien bij het bedriegen van de koning van Egypte. God belooft hem het land Kanaän als bezit voor zijn kinderen. Abraham zal zijn zoon Izak alles verteld hebben wat hij in zijn leven heeft meegemaakt. Godsdienstige opvoeding betekent in het Oude Testament onder andere het vertellen van Gods daden. Abraham komt uit Ur, een plaats ver van Kanaän. Abraham mag zijn zoon goed nieuws brengen: hij zal bezitter zijn van een prachtig land en daar gaat God voor zorgen. God zegt ook dat het niet allemaal vanzelf gaat en dat zijn familie als slaaf in het buitenland zal werken.
Exodus 2:10a En toen het jongetje groot was geworden, bracht zij hem bij de dochter van de farao en hij werd haar tot zoon.
Jochebed geeft haar zoontje Mozes aan de dochter van farao. De dochter van farao adopteert Mozes en alleen zo kan Mozes in leven blijven. De farao zou hem anders immers gedood hebben. Jochebed heeft een aantal jaar de tijd om Mozes te vertellen over de God van Israël en het verbond dat Hij met Abram en zijn nageslacht gesloten heeft. Zo wordt de basis van zijn geestelijk leven gelegd. Hij zal het nodig krijgen, want verder groeit hij op in een afgodische omgeving. De farao werd gezien als een middelaar tussen de goden en de mensen. Mozes heeft in zijn eerste levensjaren geleerd wie de echte God en Schepper is en hoe wij Hem kunnen leren kennen. Jochebed moet haar zoon letterlijk en figuurlijk uit handen geven. Uiteindelijk moet ze erop vertrouwen dat hij in Gods goede handen is.
Handelingen 16:33b en hij (de gevangenisbewaker) werd onmiddellijk gedoopt en al de zijnen.
Paulus en Silas zijn door een aardbeving bevrijd uit de gevangenis. De cipier wil zichzelf van het leven beroven, omdat hij denkt dat ze hem verantwoordelijk zullen houden voor het ontsnappen van de gevangenen. Paulus kan hem hiervan weerhouden en vertelt hem het evangelie. De man wil er meer over horen en haalt zijn hele gezin erbij. Daarna neemt hij Paulus en Silas mee naar zijn huis. Er vindt een soort kerkdienst plaats in zijn huis. Iedereen in huis krijgt uitleg over het evangelie en wordt gedoopt.